Belastingvoordeel voor zzp’ers: maak gebruik van deze zakelijke aftrekposten
Belastingvoordeel 1: Zelfstandigenaftrek
Het bekendste belastingvoordeel voor zzp’ers is de zelfstandigenaftrek. Dit was tot en met het boekjaar 2019 een vast bedrag van € 7.280 dat je van de winst mag aftrekken. Hierdoor betaal je dus minder belasting als zzp’er.
Verlaging zelfstandigenaftrek vanaf 2020
De zelfstandigenaftrek gaat vanaf 2020 omlaag en wordt gefaseerd afgebouwd. Eerst zou dit stapsgewijs gebeuren tot 2028 naar een bedrag van € 5.000, maar het kabinet besloot op Prinsjesdag de zelfstandigenaftrek nog verder te verlagen.
In 2020 mag je nog € 7.030 aftrekken van de winst, in 2021 is dit versneld verlaagd naar een aftrekpost van € 6.670. De aftrek wordt de jaren erna stapsgewijs verlaagd tot en met € 3.240 in 2036.
- Lees hier alles over de (verlaging van) van de zelfstandigenaftrek
Fiscaal voordeel 2: Startersaftrek
Startende ondernemers mogen tijdens de eerste vijf jaar van hun onderneming drie keer een extra bedrag van hun winst aftrekken: de startersaftrek. Deze aftrekpost is een verhoging van de zelfstandigenaftrek en bedraagt € 2.123.
De overheid probeert met dit belastingvoordeel voor zzp’ers het starten van een onderneming te stimuleren en zo de kansen op een succesvol bedrijf te vergroten.
- Lees hier alles over de startersaftrek in 2020
Voorwaarden belastingvoordeel zzp’ers
Om in aanmerking voor het belastingvoordeel van de zelfstandigen- en startersaftrek te komen moet je aan de volgende voorwaarden voldoen:
1. Ondernemer voor de Belastingdienst
Je moet als ondernemer voor de Belastingdienst worden aangemerkt. De Belastingdienst heeft een Ondernemerscheck die je online kunt invullen.
- Doe hier de Ondernemerscheck
2. AOW-leeftijd
Je hebt op 1 januari van het bewuste kalenderjaar nog niet de AOW-leeftijd bereikt. De AOW-leeftijd verschuift stapsgewijs naar 67 jaar in 2024.
Via de website van de SVB kun je de AOW-leeftijd berekenen en zie je de datum waarop je recht hebt op AOW. In 2020 is de AOW-leeftijd 66 jaar + 4 maanden.
3. Urencriterium
Als ondernemer moet je aan het urencriterium van 1.225 uur voldoen. Hieronder vallen alle uren die je zakelijk besteedt, van directe uren die je kunt factureren tot indirecte uren als reistijd, acquisitie en administratie.
Let op: in verband met de coronacrisis heeft het kabinet besloten het urencriterium in 2020 te versoepelen.
Zo mag je van 1 maart tot 1 oktober 2020 24 uur per week noteren, ook als je die uren niet maakt. Zo voldoe je gemakkelijker aan het urencriterium van 1.225 uur. Ook als je een TOZO-uitkering ontvangt, komen onderstaande aftrekposten niet altijd in gevaar.
- Lees hier meer over TOZO en je administratie
- Lees hier meer over het urencriterium
Naast de hierboven genoemde bekende aftrekposten, vallen ook deze aftrekposten nog onder de ondernemersaftrek. In sommige gevallen kun je hiervan gebruiken:
Zakelijk voordeel 3: Mkb-winstvrijstelling
Als je ondernemer bent voor de inkomstenbelasting heb je als zzp’er recht op mkb-winstvrijstelling. Ook als je niet voldoet aan het urencriterium.
14% van je winst (na de zelfstandigen- en startersaftrek) is onbelast. De mkb-winstvrijstelling verlaagt je winst, zodat je uiteindelijk minder belasting als zzp’er hoeft te betalen.
- Lees in dit artikel alles over de mkb-winstvrijstelling
Belastingvoordeel 4: Zakelijke kosten
Bedrijfskosten mag je aftrekken van je omzet, waardoor je minder belasting als zzp’er betaalt. Dit zijn alle kosten die je zakelijk maakt: van telefoonkosten, bedrijfsverzekeringen en de leaseauto tot de kosten voor je boekhouder en het onderhoud van je website.
Betaal je de premie van je aov vanuit je privévermogen? Dan is de premie fiscaal aftrekbaar
Zakelijke kosten bewijzen
Je moet alle kosten die je zakelijk opvoert kunnen bewijzen. Het is daarom van belang dat je:
- Een goede administratie opzet
- Alle bonnen inscant
- Je aan de bewaarplicht van zeven jaar houdt
Tip! Download de gratis whitepaper (pdf): Administratie opzetten: de basis in vijf minuten
Fiscaal voordeel 5: Investeringen en afschrijvingen
De meeste zakelijke kosten mag je dus aftrekken, maar voor de aanschaf van materiële bedrijfsmiddelen (laptop, machines, auto) én immateriële middelen (vergunningen, goodwill) zijn er aparte regels.
De belastingdienst ziet deze bedrijfsmiddelen als investeringen en daarom mag je niet alle kosten aftrekken in het jaar van aanschaf, maar moet je ze, afhankelijk van de levensduur, over een bepaald aantal jaar afschrijven.
Investeringsbedrag
De grens voor afschrijvingen ligt bij een investeringsbedrag van minimaal € 450 (exclusief btw). Is het investeringsbedrag lager, dan mag je deze kosten in het jaar van aanschaf in één keer volledig aftrekken.
Bron: ikgastarten.nl